Weer terug

Een ontroerend moment, ja dat was hettoen ik het borstbeeld van Santiago in de kathedraal omarmde op die 23e juli. Ofzijn relieken nu wel of niet in Santiago liggen, doet er niet toe. Vanaf de eerste dagwasik per slot van rekening op wegnaar hem. Wanneer je na 2,5 maand en1500 km aan mag komen zonder noemenswaardige problemen, ja dan fluister je vanzelf spontaan: 'gracias Santiago’in zijn Spaanse oor. Ik meen zelfs dat hij heel zachtjes antwoordde: bienvenido, bien hecho, chica; welkom, goed gedaan meisje. Ik zei hetal eerder; die Spanjaarden zijn gewoon toffe lui.

Na de strenge controle van de credential (stempelkaart) mochten de pelgrims van die dag met de compostellana (oorkonde)aan de zijkant de kathedraal binnen waardoor we aan het einde van de pelgrimsmis het wierookvat (botafumeiro) in alle glorie zagen zwiepen. En zwaaien dat deed ie !

Niet alleen Jacobus maar zeker ook de butafeimero trekt jaarlijks veel mensen naar Santiago. Was het een slimmezet of toch bittere noodzaak destijds in de Middeleeuwen; de wierookuit het vat moest de vreselijke stank van al die pelgrims verdrijven, zo verklaart men dezemarketing tool.

Jawel, 2010 is een heilig jaar en zondag 25 juli was dé dag. Drukker dan ooit wellicht maar de sfeer was geweldig. Zaterdagavond was er het vuurwerkspektakel inclusief licht en geluid met de kathedraal als middelpunt. De krant kopte zondag dat het nog nooit zo groots was geweest. De koning en de koningin en ook Paulo Coelhowaren er. (Niet gezien hoor overigens). Twee dagen heb ik door Santiago rondgelopen en vele 'bekenden' ontmoet, sommigen had ik weken niet meer gezien. Het was er één groot feest met een lach en soms ook een traan...

Ik moet spijtig toegeven dat ik het de-pelgrimeren te vroeg heb ingezet. Bij aankomst, moe van de volle herbergen etc, boekte ik meteen de reis terug. Maar na twee 'rustdagen' op een zolderkamertje bij señora Pura (vijf minuten van de kathedraal), was ik weer boven Jan. Toen ik Fisterra (het einde van de wereld aan de Atlantische Oceaan alwaar de teller echt op nul staat)met de bus bezocht, besefte ik dat ik te snel gehandeld had. Een pelgrim die mij aansprak had genoten vaneen prachtige zonsondergang, verse vis en de verbranding van een paar versleten kleren. Hij had de pelgrimstraditie tot het einde doorgezet.

Zo kwam ik op 27 juli, na2,5 maand en 1600 kmlopen door Frankrijk en Spanje, weer in Nederlandterug na een busreis van 36 uur. Mijn voeten waren nog nooit zo dik, ik kon nog net mijn wandelschoenenhalf dichttoen ik uitstapte. Thuis wachtte een mooie verrassing; het 'versierteam' had goed haar best gedaan.

Mijn voettocht naar Santiagowas eenbijzondere tocht. Dank voor het mee beleven. Het was bijzonder fijnallereacties op mijnverhaaltjes te lezen. Dit was zonder meerde stimulans om regelmatig te blijven schrijven. Dank je wel allemaal !

En zo is nu de fase van het de-pelgrimeren begonnen. Lastig uit te leggen wat dat precies is maar zij een Santiago-tocht achter zich hebben, snappen dat wel. Het voelt even wat vreemd hier na zo'n reis boordevol indrukken en ontmoetingen.

Nog enkele weken schoolvakantie voor de boeg en Peter moet 'gewoon' werken. Dat is luxe en tegelijk ook vreemd en niet bepaald mijn gewoonte tijdens de vakantie thuis te zijn. Moet me dus nog wat laten invallen, als jullie nog wat weten.....

ps: meer foto’s vanmijn reis zijn te zien op Facebook en er komt nog een serie op mijn weblog, met dank aan Jan en Jeanne uit Helmond die net op het juiste momentfoto extra ruimte schonken !


Santiago de Compostella !

Jawel, het is gelukt ! Op 22 juli kwam ik samen met Didier en Aurélia uit Frankrijk s´morgens om 7.30 uur aan op het plein bij de kathedraal. Een bijzonder moment. Er waren nauwelijks nog mensen. Dat isvandaag op de vooravond van de verjaardag van Jacobus in dit heilige jaar wel even anders......... Het is een drukte van belang, de hele dag al. Om 15.00 uur installeerden zich al mensen met eten en drinken om, naar het schijnt, een spectaculaire vuurwerkshow te aanschouwen. De koning schijnt ook van de partij te zijn. Helaas, ik zit niet op het plein, het is er veel en veel te druk.

Ik beleef het als een feest om overal bekenden tegen te komen, sommigen na een hele lange tijd. Er wordt veel omhelst, gekust en ervaringengedeeld en natuurlijk worden er de nodige glaasjes gedronken. De stemming is aam de ene kant wat euforisch, maar soms ook blij en verdrietig tegelijk. Want het is ´over´, je bent pelgrim-af.

De camino gaat verder, thuis in het ´gewone´ leven.

Door al deze drukte en de vele indrukken even geen verhaaltje, maar je houdt ernog een paar tegoed.

Camino 14

Sarría - Portomarín-Ventas de Narón

´Het venijn zit in de staart´ zo luidt het gezegde. Gisteren toen ik al om 12.00 uur in Sarría aankwam (na 22 km lopen) kreeg ik bij vier herbergen nul op het rekest. Bij de vijfde, gelegen in een zijstraat, hing een bordje ´completo´aan de deur. Ik heb het aangepakt en boos op de grond gegooid. Even later kwam een Franse pelgrim. Zij had er een plaats gereserveerd. ´In Spanje kun je toch niet reserveren ?´, bracht ik verongelijkt uit ? Bij de privé albergues wel, zo blijkt. Even later stak de herbergierster haar hoofd uit het raam en in mijn beste Spaans trok ik van leer: 'ik heb uw bordje op de grond gegooid mevrouw.Sorry, maarheb je 1400 km gelopen en worden alle plaatsen op voorhand ingenomen door toeristen en wandelaars met of zonder dagrugzakje. Mooie camino is dit'. Ze geeft het toe maar aan de andere kant zegt ze ook centjes te moeten verdienen. Die municipales (gemeentelijke herbergen) zorgen altijd wel voor een oplossing, ze hebben de sporthal al geopend, zovertelt ze mij.

Aan die ratrace doe ik niet mee heb ik steeds gezegd maar om eraan te ontsnappen lijkt onmogelijk. De camino lijkt dicht te slibben zo net voor de 25e juli (de verjaardag van Santiago) in dit heilige jaar, heiligomdat de 25e op een zondag valt. Veel Spanjaarden starten 100 km voor Santiago. Als je zorgt voor twee stempels per dag krijg je ook je Compostellana. Dat vinden Spanjaarden best belangrijk. Vandaar deze drukte dus.

Vanmorgen liep ik in Sarría om 6.00 uur de herberg aluit. ´t Was nog pikdonker. Dom, dom, dacht ik en gevaarlijk bovendien toen ik over een aantal keien struikelde. ´Heb je geen lampje´, vraagt een Spanjaard die me inhaalt. ´Jawel, maar het zit onderin mijn rugzak en in het donker is dat moeilijk te pakken. Aardig zoals ze zijn die Spanjaarden, schijnt hij bij enwacht tot dat ik mijn licht te pakken heb. Verder gaat het door de Gallisische ochtendmist, in het donker maar nu welmét lampje opmijn voorhoofd. Links en rechts wordt ik ingehaald door groepjes luid pratende wandelaars, praktisch zonder bagage. Allemaal in Triacastela begonnen, 100 km voor Santiago.

Mijn loopritme en mijn geestraken verstoord in al die drukte. Ook het niet weten of je, wanneer je tax er voor die dag opzit, wel kunt overnachten op de plaats van aankomst, maken het er niet beter op.

Om de meute kwijt te raken, besluit ik over de weg te gaan lopen. Een hele opluchting, er is helemaal niemand meer en ik hoor de vogels weer fluiten. Het zicht is een paar honderd meter. Het is hier eigenlijk veel beter lopen dan op de camino bedenk ik me. Na een kilometer of vijf hoor ik achter me een grote vrachtwagen aankomen,pal voor me stopt deze: de guardia civil ! ´Wat doet u hier ?' vraagt een van de mannen streng´. Ik heb last van mijn linkerknie´, zeg ik niet helemaal oneerlijk ´en wil daarom liever over de weg lopen´. ´Wij gaan naar Portomarín´, zegt hij, ´als je wilt kun je meerijden´. Jullie kennen me.........Om 8.30 uur sta ik aan de voet van mijn aanvankelijk geplande eindbestemming voor deze dag. Dat is veel te vroeg. Ik herken het vreemde dorpje aan het stuwmeer want met Peter kampeerde ik hier in 2002. Het oude destijdswelvarende dorp verdween in het water en er werd een nieuw dorp op een nabijgelegen heuvel gebouwd. Alleen de kerk, die werd steen voor steen afgebroken en weer heropgebouwd.

In de lokale bar hangt naast de telefoon een lijst met overnachtingsadressen. Da´s mooi. Ik slaag erin om voor vanavond 20 km verderop een plaats te reserveren en ga verder over de ´echte´ camino. Geen mens te bekennen want iedereen is al vroeg vertrokken ende eerstendie hier aankomen zullenpasrond hetmiddaguur arriveren. Vandaag wordt mijn eindbestemming het minuscuul kleine Ventas de Narón.Een plaatsje midden tussen twee grotere etappe plaatsen in en daardoor vaker minder druk.


Nog 65 km tot Santiago. Ik loop in, da´s mooi want gisteren sms´te Didier: niet treuzelen, het wordt druk druk, de 21e op het terras in Monte de Gozo ? Ik heb ´ja´ gezegd, want later aankomen in Santiago lijkt me inderdaad niet zo'n best idee. Het looptongetwijfeld stormdedagen voorafgaandaan het verjaardagsfeestje van Jacobus op zondag 25 juli.

Geen moment aan gedacht overigens dat ik op de heiligste dag van het heilige jaar in Santiago zou kunnen zijn. Nee, een planning had ik eigenlijk helemaal niet. Wat een luxe !

Camino 13 - Cacabelos

Waar was ik gebleven ? Oh ja, heerlijk geslapen daar buiten in Molineseca. Om 7 uur opgestaan, dat is héél laat als je weet dat om half 5 de eersten al aanstalten maken. Daar staat Nataly met een sip gezicht. Haar portmonnaie met carte bleue en mobieltje is weg. Gestolen ?! Zij sliep ook buiten. Alles nagezocht, zelfs de prullenbakken, niks. Tjonge jonge, het moet niet gekker worden. Een van de hospitaleros rijdt haar en Céline naar Ponferrada om aangifte te doen. Samen met Guillermo loop ik de 8 km naar Ponferrada. We praten en filosoferen nog wat, ook over deindrukwekkende actie van Céline gisteren.

Na Ponferrada loop ik alleen verder tot Cacabelos en besluit mezelf te verwennen met een hostal. Als ik het (wijn)dorp binnenloop, zie ik een mooie binnenplaats vol met hortensia´s. Een hotel, een kamer kost € 45,-, zegt de mevrouw vriendelijk. Dat is te duur voor een vermoeide pelgrim. Ik wil alleen maar een goed bed en een kamer voor mezelf, zeg ik. (in een albergue de peregrinos kun je voor dit bedrag wel 6 nachten slapen).Maar het is een héééle mooie kamer,antwoordt ze glimlachend, u zult er goed uitrusten. € 30,-, is dat een deal ? Ja, dat is een deal, besluit ik meteen. In mijn hele reis tot nu toe verblijf ik voor de 2e keer pas in een hotel. De mevrouw heeft niets te veel gezegd: stijl Lodewijk de 14e. Veel te mooi. Mijn siësta duurt wel tot 18.00 uur. En dan is er werk aan de winkel.

Mijn schoenen hebben het namelijk ook zwaar. De hakken zijn helemaal afgesleten. Het zij zo. Maar ook een stiknaad bovenop laat elke dag meer los. Ik twijfel of dit goed blijft gaan tot Santiago. ´We hadden een schoenmaker´, zei het hotel, ´señor Rueda, maar die is al jaren met pensioen. Het is vlakbij, op nr 30, maar of hij er is ?, hij maakt vaak tochtjes in zijn elektrische rolstoel´.

Helaas, hij is er niet. Ik ga naar de albergue aan de andere kant van het stadje om te zien of er bekenden zijn. Dan zie ik in de verte een man in een rolstoel over de weg tuffen en ren erachter aan. ´Señor, señor, bent u de zapatero (schoenmaker) ?´ Lachend zegt hij, ja, ik was 30 jaar de zapatero van de camino maar nu ben ik met pensioen. Je zou het niet zeggen hè maar ik ben76, lacht hij. Ik laat hem mijn kapotte schoen zien en kijk hem verwachtingsvol aan. ´Och meisje, kom volg me maar, ik kijk wat ik kan doen´. En zo loop ik heel Cacabelos door achter de rolstoel van Señor Rueda. Hij vindt het wat leuk. Alle lokalen hebben wel wat op te merken en hij antwoordt standaard: ´ik heb de mijne voor een jong ding ingeruild !´. Hij voert me naar het plaatselijke kerkje dat ik al had bekeken. Maar nee, ik moet naaar het naastgelegen grasveldje met speeltoestellen kijken. ´Hier was mijn winkel en atelier´, en hij vertelt precies waar, hoeen wat.

Op naar zijn oude huis waar de werkplaats is. Zelden zo´n rotzooi gezien. Het heeft heel wat voeten in de aarde voordat hij zich met zijn rolstoel tussen de rotzooi heeft gepositioneerd. Onder een schamel lampje neemt hij de schade op. ´Ik ga het plakken´, zegt hij resoluut. ´Mijn naaimachine heb ik al jaren niet meer gebruikt, maar ik weet zeker dat het nooit meer los zal laten´.

Een uur en veel gebabbel later, verlaat ik Señor Rueda. Hij wil er niets voor hebben. Ik geef hem twee dikke pakkerds. Weer zo´n aardige, behulpzame Spanjaard op de camino.

En het werd de eerste nacht dat ik aan één stuk doorgeslapen heb tot wel 6.00 uur, fantastisch toch ?

Camino 12 - Een dag vol verrassingen

Dit zou een lange en heftige dag vol verrassingen worden maar dat wist ik nog niet.

Vandaag voert de route langs mooie wijdse landschappen en ook langs Cruz de Ferro (1504 mtr). Cruz de Ferro; een berg stenen met bovenop een eenvoudige houten paal met bovenop een ijzeren kruis. Camino gangers weten precies wat dit betekent. Pelgrims nemen in de regel een steen(tje) mee van huis en leggen deze ´last´ af op deze berg stenen zoals miljoenen pelgrims voor henal deden.

Ik kom Sonny (22 jr) uit Z-Korea (ja die van de 30 stretch oefeningen, zie camino 4) na lange tijd weer eens tegen. Ze reist al vier maanden door Europa en als sluitstuk loopt ze de camino in Spanje. Nee, ze heeft geen steen van thuis, maar gisteravond heeft ze een brief aan zichzelf geschreven en die gaat ze ervandaag neerleggen.

Voordat ik bij het Cruz ben, kom ik voorbij het dorpje Foncebadon alwaar een bijzondere herberg staat. Sfeer en inrichting staan in het teken van Tibet. Relaxte sfeer, zelfbediening en donativo, ja het bestaat nog. En op het terras zitten Céline en Nataly aan de koffie.

Bij het Cruz de Ferro blijf ik een dik uur enmijn gedachten gaan terug naar 2002 toen ik hier met Peter was. Er stopte destijds een busje met Brazilianen die met veel emotie de berg opliepen. Deze keer verliep alles rustig envoor de tweede keer leg ik een steentje van thuis neer. En weer een lastje lichter gaat detocht vrolijk verderrichting Santiago.

En dan de Tempeliers. Ja, ze bestaan nog. In Manjarin (1458 m) staat nog een Tempeliersnest in de vorm van een herberg. Voor wat hygiëne betreft, steek ik er mijn hand niet voor in het vuur. Maar bijzonder is het zeker. Net toen ik er aankwam, hield het hoofd van de clan in vol ornaat een toespraak. Over de wereld zoals die er momenteel voorstaat en het einde der tijden. En weer valt de datum 21-12-2012. Er komt een omwenteling. De Maya´s worden gennoemd. Tijdens deze camino heb ik er al veel over gehoord.

In Acebo kom ik die aardige Spaanjaarden weer tegen, Xavier, Roser, Anna en Eva. Maar ik loop verder en niet te geloven, ik raak de gele pijlen kwijt. De eerste de beste auto die aankomt rijden, houd ik aan en de chauffeur zegt; ´stap maar in, ik zet je wel op de camino neer´. Je kent me onderhand, daar zeg ik geen nee tegen.

Jésus iszijn naam. Hij is op weg naar zijn schapen maar eerst moet hij spul ophalen waarmee hij enkele dierenmoet behandelen. We rijden regelrecht naar een bar want daarzijn demedicijnen afgeleverd. Als hij zijn glas Bailys op heeft (3 uur s´middags) vertrekken we weer. Achterin zit zijn trouwe metgezel, Bonny. Jésus blijkt een gezellige prater en als we het café verlaten zegt hij ´als je wilt, ga dan mee om mijn kudde te zien. Het is vlakbij de camino´. Waarom ook niet ? Over kleine weggetjes waarover je nooit zou rijden gaat hetde campo in, richting schapen. Daarna lopend omlaageen vallei in, Jésus weet precies de weg door al die struiken. Aangekomen roept hij: ' Bonny, aan het werk !' Prachtig om te zien hoe de hond in no-time de kudde bijelkaar heeft gedreven.

Dan klinkt er plotseling van boven: ´hé, wat moet dat daar beneden ?´ Xavier, Anne, Roser en Eva komen over de camino aanlopen en kijken van bovenaf de vallei in. ´Kom kijken´, roept Jésus en zo zitten we tussen zijn schapen (en hun keutels) genoeglijk een half uur te babbelen. € 18.000 per jaar krijgt Jésus van de EU om zijn schapen te houden. Met een eigen groententuin, het huis vrij en af en toe een schaap verkopen, gaat het hem goed. Hij is tevreden. Met een dikke zoen op beide wangen nemen we afscheid en wenst hij ons natuurlijk ´buen camino´.

Het is al 17.00 uur, het is heet en ik ben niet bijster veel opgeschoten de laatste twee uur. In het volgende dorpje wil ik overnachten maar de herberg is vol. Dan op naar Molinaseca, een wat grotere plaats. Bij de eerste herberg krijg ik ook nul op het rekest. Diverse bekenden zitten er op het terras en zeggen dat het moeilijk voor me wordt. Ik heb er echter alle vertrouwen in dat het goed komt vandaag. Hier zijn twee herbergen, dus op naar de volgende, een municipal, van de gemeente dus.

Onderweg kom ik Céline en Guillermo tegen. ´Nu meekomen´, zeggen ze bijna gebiedend en hun blikken staan strak en serieus. Ik voel dat er iets bijzondersstaat tegebeuren. Zonder verder iets te vragen, draai ik om en loop met ze mee. Ze zoeken een rustige plek aan de rivier. Daar aangekomen vertelt Céline dat ze besloten heeft dat haar camino teneinde is, dat ze haar oude huid wil afleggen en als ´nieuw´wil terugkeren naar huis.Ze heeft besloten dat haar kind nummer 1 is en niet meer haar werk. Ze gaat haar spullen, waaronder ookeen zeer professionele fotocamera, verbranden.

Ik ben getuige van de verbrandingsceremonie o.l.v. Guillermo die met zijn Mexicaanse veren regelmatig over het vuur zwaait.Door de mooie plek aan de rivier en de acties van Guillermo lijkt het net een occult bezweringsceremonieel.
Behalve haar camera en al haar fotorolletjes gaat bijna alles wat ze in haar rugzak heeft in vlammen op. En dan te bedenken dat er wel 1000 foto's op die rolletjes stonden gemaakt voor een geplande Santiago tentoonstelling in Parijs. Indrukwekkend en léf, zeg dat wel.Céline voelt zich opgelucht en bevrijd, zegt ze nadat het vuur gedoofd is. Ik hoop dat haar gevoel van opluchting en bevrijding ook na de camino mag voortduren en dat haar actie niet een ondoordachte vlaagvan verstandsverbijstering is geweest. We besluiten samen wat te gaan eten.

Om 21.00 uur komen we terug bij de herberg. Ikvoel mezo smerig en bezweet als wat. ´Waar kom jij nu nog vandaan gelopen ?' vraagt de hospitalero. (een normale pelgrim komt meestalrond 16.00 uur aan). ´Ik heb getreuzeld vandaag meneer, sorry´. Ik krijg alsnog een plaats, buiten, onder het afdak, in een bed nog wel.

Ik heb die nacht heerlijk geslapen. Veel frisser daarbuiten dan in die bedompte slaapzalen.

Camino 11 - Rabanal en Céline

Goed, na het voetbal gaat het leven gewoon door, ook op de camino. Blieve loëpe, zo luidt het devies. Tijdens de etappe die vandaag van Astorga naar Rabanal del Camino voert, ontmoet ik onderweg Céline en Nataly, beiden half Peruaans, half Frans. Perfect Frans- en Spaanstalig, mooi meegenomen dus. Dat ik later nog zeer indringend kennis met ze zal maken, wisten we alle drie nog niet. We hebben onderweg een prachtig gesprek over de camino en de daarmee verwevenpersoonlijke zaken.

Céline blijkt een succesvolle reportage fotografe te zijn. Jarenlang heeft ze keihard gewerkt, van links naar rechts gereisd. In 2006 liep ze de Camino in Spanje. Dit keer met haar 24-jr nichtje vanuit thuis, beiden woonachtig in Parijs. Twee dagen was Céline ziek en vandaag nog steeds niet lekker. Ze heeft aanvankelijk met gemengde gevoelens haar rugzak vandaag vooruit laten sturen.

´Het voelt heerlijk, ik voel me zo vrij als een vlinder zonder die ballast op mijn rug. Het is een ontdekking voor me dat ik me absoluut niet schuldig voel. Altijd alles wat ik deed moest perfect en mocht niet mislukken. Ik heb vannacht besloten dat ik de camino niet afmaak. Ik pak de bus over een dag of drie. Het maakt me geen bal uit, eindelijk iets dat ik niet heb afgemaakt. Ik ga mijn prioriteiten bij mijn zoontje van drie en mijn nieuwe vriend leggen. Daar ligt mijn camino en niet hier en niet meer in mijn werk´.

We verliezen elkaar uit het oog maar bij aankomst in de herberg van Rabanal zitten de beide dames op het terras. ´Waarom blijf je niet hier ?´, als ik zeg misschien verder te willen lopen. Als Guillermo (Mexico) ook nog binnenkomt, besluiten we beiden te blijven en vanavond samen te eten.

Het werd een interessante avond. Latijns-Amerika en Europa. Ik moet toegeven, wij in Europa met al onze welvaart zijn duidelijk verder afgedwaald van moeder natuur en datgene waar het eigenlijk om gaat. De prioriteiten liggen duidelijk verschillend in de beide continenten.

Camino 10 Astorga-Oranje

Niks leuker dan Spanje-Nederland zien dan in Spanje volgens mij. Om 14.00 uur was de Plaza Mayor nog leeg maar vanaf 16.00 uur steeg de spanning, dat was duidelijk merkbaar. Om 15.00 uur ging ik volgens goed Spaans gebruik dineren, in dit geval in een chique restaurant, Rest. Gaudi, tegenover dat mooie paleis. Geen menu peregrino dit keer maar het menu van vandaag, zondag. En weer heb ik mazzel, het werd het lekkerste diner tot nu toe in Spanje. In deze keurig nette zaak geen mens die me vreemd aankijkt in mijn bezwete kleding en mijn nep-crocks. Nee, een pelgrim krijgt korting, 50% nog wel. De fles wijn en de fles water zitten in de prijs. Spanjaarden doen niet moeilijk.

Zoals gezegd, de spanning steeg. De winkels draaiden op volle toeren. De café´s ook. Om 20.00 uur zat het plein al vol, alles kleurde rood. Door mijn oranje cape kreeg ik veel contact met de, soms zenuwachtige,fans van La Rojo.

Het verloop is bekend. Spanje is wereldkampioen. Terecht. Ik schaamde me voor het soms zeer onsportieve gedrag van ´onze jongens´ .

De mens wikt en God beschikt. En God zag dat het goed was.

Ik heb al veel Spanjaarden van harte gefeleliciteerd en draag nu een Spaans vlaggetje achter op mijn rugzak, gekregen van een Spaanse pelgrim. Met plezier draag ik dat want Spanje en de Spanjaarden zijn fantastisch.

Camino 9

Ja, dat de engelen je mogen beschermen.......

Totaal onverwacht maak ik een flinke schuifduik vanmorgen. Vol voorover mét 12 kg rugzak gewicht erboven op. De schade valt gelukkig mee, slechts een paar schaafwonden. Vrij snel waren twee Amerikaansen ter plekke die ik net daarvoor voorbij gelopen was. Vijf dagen hadden ze moeten rusten, een van beide had haar enkel omgeslagen. Tot overmaat van ramp passeerden zojuist twee fietsers en eentje haakte aan haar rugzak en pats, weer mis. Het kan dus veel erger.

De verhalen over zij die het niet halen zijn legio zo vernam ik van hen. Er wordt wat afgeleden op de camino. Tot op heden kende ik er nog geen een van. Behalve die Spaanse zojuist, die gewoon op de weg ging liggen, ze lacht voor de foto, maar ze zat helemaal stuk.

Zeg, kun je ookafvallen aan je hoofd ? Ik moest mijn zonneklep vandaag weer een tandje strakker zetten anders valt ie over mijn ogen. Vreemd of niet ? Gisteren deelde ik een 2-persoons kamer met de 24-jarige Sophie uit Hamburg. Ze had sinds de camino geen krant of internet aangeraakt. 'Ik denk aan niets, mijn hoofd is leeg, ik kijk alleen naar de landschappen en de rugzak voor me, en ik loop'.Toegegeven, ik vind dit grandioos.

Nee, die ervaring heb ik niet. Guillermo uit Mexico (zelfde bouwjaar als ik) zei me op een ochtend: 'Vandaag ben ik 20'. Verbaasd keek ik hem aan. 'Van St.-Jean tot Santiago zijn 26 etappes. Elke dag verwerk ik twee jaar van leven. De camino is zó helend; ik gooi het negatieve weg en inhaleer het licht van de camino. Luz, el camino es lleno de luz' (de camino is een en al licht).

In navolging van Guillermo volgen een aantal zijn inspirerend voorbeeld. Ik ben een van hen. Vandaag ben ik 32 jaar.

Lopen maakt je hoofd leger, vandaar misschien dat tandje minder.